Eigenschap:Beschrijving

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 50 pages using this property.
A
Een digitale handtekening geeft de ontvanger van een digitaal document of bericht zekerheid dat het afkomstig is van de ondertekenaar en dat deze de inhoud van het bericht onderschrijft. De Advanced Electronic Signature (AdES) standaard voorziet in het digitaal tekenen van documenten met een geavanceerde of gekwalificeerde digitale handtekening. Als een verzender een document tekent met een digitale (AdES) handtekening, dan moet de ontvanger die ook kunnen verifiëren. Dat wordt soms bemoeilijkt doordat AdES verschillende configuraties toestaat, waardoor een verzender opties kan gebruiken die de ontvanger niet kan verifiëren. De AdES Baseline Profiles voorzien in afspraken zodat verzender en ontvanger dezelfde AdES basisconfiguratie gebruiken.  +
Een leerling krijgt via zijn afspeelomgeving (elektronische leeromgeving of leermanagementsysteem) educatieve content aangeboden op basis van zijn leerplan en vorderingen. Tijdens het gebruik (afspelen) van deze educatieve content (digitaal leermateriaal) kan informatie over de leerling en zijn voortgang uitgewisseld worden tussen de content en de afspeelomgeving. Hierdoor is het onder andere mogelijk gegevens over het gebruik van het materiaal, zoals toetsscores en doorlooptijden, in de afspeelomgeving op te slaan. Dit wordt ondersteund door de afspraak 'Afspelen van educatieve content'.  +
De Aquo-standaard maakt het mogelijk om op een uniforme manier gegevens uit te wisselen tussen partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer en draagt daarmee bij aan een kwaliteitsverbetering van het waterbeheer. Het eenvoudig en eenduidig delen van informatie levert tijd- en geldwinst op.  +
B
De standaard biedt een eenduidige manier van verwijzen naar (onderdelen van) wet- en regelgeving waarmee de interoperabiliteit van juridische documenten en systemen die veel verwijzingen kennen naar wet- en regelgeving wordt bevorderd.  +
Om leermateriaal op een eenvoudige manier vindbaar te maken is een heldere en eenduidige beschrijving van de leermaterialen cruciaal. Aan de inhoud (content) van elke digitale informatiebron moet een beschrijving worden toegevoegd. Wat voor informatie betreft het? Welk type bestand? Wie is de auteur? Voor wie is de informatie bedoeld? In deze metadata moet alle informatie staan die de docent nodig heeft om het juiste leerarrangement te kunnen vinden en gebruiken. Metadata kunnen verzameld worden in een repository; dit wordt harvesting genoemd. De afspraak Metadata harvesting heeft hier betrekking op.  +
C
CERIF is een Europese standaard voor het opslaan en uitwisselen van onderzoeksobjecten en hun relaties.  +
CIFER staat voor Community Identity Framework for Education and Research. Het initiatief wil een uitgebreide, community-based aanpak ontwikkelen voor identitiy and access management (IAM). Het CIFER-API-project heeft als doel om API's te ontwikkelen voor IAM in de onderwijs- en onderzoekscontext.  +
Content Management Interoperability Services (CMIS) is een open standaard die een scheiding mogelijk maakt tussen zogenaamde ‘content repositories’ en content applicaties. Hierdoor kunnen content (ongestructureerde data, zoals documenten en e-mails) en bijbehorende metadata (beschrijvende data) gemakkelijker worden uitgewisseld. Met behulp van CMIS kunnen applicaties als Content Management Systemen (CMS) en Document Management Systemen (DMS) werken met content die afkomstig is uit verschillende repositories (een soort van opslagplaats voor ongestructureerde data), zonder nieuwe koppelingen te hoeven bouwen of gebruik te hoeven maken van leverancierseigen oplossingen. Het is hierdoor eenvoudiger om informatie en de bijbehorende metadata uit verschillende databases en over organisatiegrenzen heen uit te wisselen. Bovendien is het met CMIS eenvoudiger om te migreren van een systeem naar een ander systeem.  +
Voor het verzamelen van acurate data voor learning analytics is het noodzakelijk diverse bronnen aan te sluiten op een Learning Record Store. Dit kunnen alle mogelijke systemen zijn, waaronder de in de HORA beschreven systemen voor digitaal leren en werken, zoals LMS en SIS, maar ook het webcontentmanagementsysteem, videomanagementsysteem, learningcontentsysteem, etc. waar gebruikers gebruik van maken. Omdat dit een divers aantal systemen betreft is het zinvol één protocol te gebruiken waarmee deze systemen met het Learning Records Warehouse communiceren. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden: de [[xAPI]] en [[Caliper Analytics|Caliper Framework & Sensor API]]. Beide maken het mogelijk de 'activity' van de gebruiker te beschrijven en te communiceren. De twee standaarden hebben veel overeenkomsten en het zou theoretisch mogelijk moeten zijn om bijvoorbeeld data uit de Caliper Sensor API op te slaan in een xAPI warehouse.  +
Met het Certificeringsschema kunnen binnen het onderwijsdomein clouddiensten en -leveranciers worden getoetst op basis van een gezamenlijk opgesteld 'normenkader'. Alle (administratieve) ketenpartijen in het onderwijsdomein moeten er immers op kunnen vertrouwen dat gegevens die aan elkaar worden geleverd via leveranciers van clouddiensten op de juiste manier worden verwerkt. De cloudleverancier zal, via bijvoorbeeld het uitvoeren van onafhankelijke audits, aan alle ketenpartijen moeten kunnen aantonen dat dat vertrouwen gerechtvaardigd is.  +
Deze afspraak maakt het mogelijk om op een gestandaardiseerde manier prijsinformatie over een leermiddelenpakket uit te wisselen. Een leermiddelenpakket kan een methode zijn, maar ook een andere vorm waarin leerobjecten samengesteld zijn.  +
Content packaging (inhoudverpakking) is de benaming voor het verpakken van webbased digitaal leermateriaal. Het doel van het verpakken van digitaal leermateriaal is het materiaal uitwisselbaar maken. Uitwisseling van webbased leermateriaal vindt steeds meer plaats tussen bijvoorbeeld onderwijsinstellingen en uitgeverijen. Daarom was er een afspraak nodig over de manier van verpakken.  +
D
De Digital Author Identifier (DAI) is een uniek landelijk nummer voor elke onderzoeker, die werkt bij een Nederlandse universiteit of onderzoeksinstituut. De DAI is het enige, onafhankelijke (niet-commerciële) nummer voor de Nederlandse onderzoeker. SURF heeft de DAI ontwikkeld in samenwerking met OCLC PICA, die de DAI's bijhoudt in de Nationale Thesaurus Auteursnamen (NTA).  +
DKIM koppelt een e-mail aan een domeinnaam met behulp van een digitale handtekening. Het stelt de ontvanger in staat om te bepalen welke domeinnaam (en daarmee welke achterliggende organisatie) verantwoordelijk is voor het zenden van de e-mail. Daardoor kunnen spam- en phishing-mails beter worden gefilterd.  +
DMARC maakt het mogelijk om beleid in te stellen over de manier hoe een e-mailprovider om moet gaan met e-mail waarvan niet kan worden vastgesteld dat deze afkomstig is van het vermelde afzenderdomein. Hierdoor kunnen organisaties voorkomen dat anderen e-mails versturen namens het e-maildomein van de organisatie. Het gebruik van DMARC kan daarmee ingezet worden voor het verminderen en/of voorkomen van misbruik van de domeinnaam middels e-mail. Ook kan door het gebruik van de standaard worden voorkomen dat e-mailmailingen door e-mailproviders onterecht voor spam worden aangezien.  +
DNS is kwetsbaar waardoor een kwaadwillende een domeinnaam kan koppelen aan een ander IP-adres ("DNS spoofing"). Gebruikers kunnen hierdoor bijvoorbeeld worden misleid naar een frauduleuze website. DNS Security Extensions (DNSSEC) lost dit op.  +
Het DOI systeem biedt een technische en sociale infrastructuur voor de registratie en het gebruik van interoperabele persistent identifiers, ´DOI´ genoemd, voor gebruik op digitale netwerken.  +
Zoals een brief in een envelop gaat voor verzending, zo gaat een elektronisch bericht in een digitale verpakking. Digikoppeling bestaat uit koppelvlakstandaarden, die logistieke afspraken bevatten voor berichtenuitwisseling tussen overheden. Met één Digikoppeling-implementatie in uw eigen ICT-omgeving kunt u berichten uitwisselen met alle overheden en aansluiten op vrijwel alle e-overheidbouwstenen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld basisregistraties, het Omgevingsloket of Digilevering. Zowel overheidsorganisaties als particuliere organisaties met een publieke taak kunnen Digikoppeling gebruiken.  +
Afspraken over het gebruik van standaarden zijn nodig om de kennisketen in het hoger onderwijs te laten functioneren. Deze keten zorgt ervoor dat wetenschappelijke publicaties en vakliteratuur verzameld worden, toegankelijk worden en verder verspreid worden. De afspraak Digital Item Declaration Language (DIDL) vormt samen met MODS het uitwisselingsformaat van de door het WO en HBO aangeboden metadata. Daarbij fungeert DIDL als de container voor MODS en digitale objecten.  +
De standaard EN 301 549 voorziet in het toegankelijk maken van overheidswebsites. EN 301 549 bevat de internationale toegankelijkheidsstandaard WCAG 2.0, die ervoor zorgt dat content op websites en in webapplicaties ook toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking. EN 301 549 met daarin opgenomen WCAG 2.0 vervangt Webrichtlijnen 2 op de 'pas-toe-of-leg-uit'-lijst. Webrichtlijnen 2 was net als EN 301 549 gebaseerd op WCAG 2.0, waardoor er in de praktijk niets verandert aan de toegankelijkheidseisen die aan informatie worden gesteld.  +
Digitale leermiddelen nemen ieder jaar een belangrijkere plaats in op de leermiddelenlijst van onderwijsinstellingen. Voor een foutloze distributie en toegang van digitale leermiddelen zijn uitgeverijen, distributeurs en leveranciers van elektronische leeromgevingen en leerling administratiesystemen onderling afhankelijk van elkaar. De ECK-afspraak Distributie en toegang maakt allerlei vormen van dienstverlening binnen de educatieve contentketen mogelijk. De afspraak omvat een referentiearchitectuur met daarin een lijst van begrippen, een procesmodel, een functioneel model en een technisch model. De afspraak kent een aantal principes die richtinggevend zijn voor marktoplossingen.  +
De afspraak doorstroommonitor is ontwikkeld in het kader van het programma SION door sectororganisaties en het ministerie van OCW. De afspraak gaat over de uitwisseling van doorstroomgegevens naar vervolgonderwijs voor sectororganisaties en instellingen in alle onderwijssectoren. Het onderwijsveld heeft behoefte aan objectieve doorstroominformatie, die onder meer het rendement van opleidingen en richtingen duidelijk maken om zodoende verbetertrajecten op te kunnen starten. Op goedopgelost.overheid.nl staat het doorstroomproject genoemd als goed voorbeeld van effectieve dienstverlening.  +
Dublin Core is een internationale ISO-standaard met een vocabulaire van 15 metadata-elementen voor het beschrijven van resources, zowel op het web als fysiek. Naast de simpele beschrijving door middels van vijftien metadatavelden kan de standaard ook ingezet worden om verschillende metadatastandaarden te combineren en zo interoperabiliteit te bevorderen. Stond in het verleden ook wel bekend als 'Simple Dublin Core' De DCMI Metadata Terms specificatie (voorheen ook wel bekend als ‘Qualified Dublin Core’) omvat alle metadatatermen die door het DCMI worden beheerd, waaronder de vijftien termen uit Dublin Core.  +
Het DEP is, in opdracht van het ministerie van OCW, door het College voor Examens (CvTE) gebruikt bij de ontwikkeling van het nieuwe centrale computerexamen- en toetssysteem Facet. Facet zal op termijn worden gebruikt voor de afname van alle digitale centrale examens en toetsen, die onder verantwoordelijkheid van het CvTE worden afgenomen. Facet is gebouwd rondom de open standaard QTI. QTI is een standaard om toetsmateriaal uit te wisselen, waarbij QTI de toets, de vragen, de opmaak en de scoring beschrijft. Het exacte gebruik van de QTI-standaard voor Facet is beschreven in het ‘Dutch ld voor de specifieke gebruikssituatie bij de centrale examens en toetsen. Er is gekozen voor een open standaard als basis voor het uitwisselen van alle centrale examens en toetsen en het afspelen daarvan op één platform, wie deze examens en toetsen ook produceert.Exam Profile’ (DEP). DEP is in eerste instantie ontwikkeld voor de specifieke gebruikssituatie bij de centrale examens en toetsen. Er is gekozen voor een open standaard als basis voor het uitwisselen van alle centrale examens en toetsen en het afspelen daarvan op één platform, wie deze examens en toetsen ook produceert.  +
E
Met de E-portfolio-standaard kunnen de competenties van een individu worden bijgehouden. Het voordeel van deze standaard is dat de student en lerende medewerker zijn profiel mee kan nemen naar verschillende organisaties.  +
Met de ECLI standaard kunnen: # alle rechterlijke uitspraken in de Europese Unie (zowel van nationale als van Europese gerechten) worden voorzien van een gelijkaardige, unieke en persistente identifier. Deze identifier kan worden gebruikt voor identificatie en citatie van rechterlijke uitspraken en derhalve om deze te vinden in binnenlandse of, buitenlandse, Europese of internationale jurisprudentiedatabanken. # alle rechterlijke uitspraken worden voorzien van uniforme metadata, gebaseerd op de Dublin Core standaard. Het zoeken van uitspraken in allerlei databanken worden daardoor gefaciliteerd.  +
EDEXML is de standaard voor de uitwisseling van administratieve gegevens van leerlingen met bijbehorende gegevens over groepen en leerkrachten. EDEXML is bedoeld voor het primair en voortgezet onderwijs.  +
De EML_NL standaard versie 1.0 definieert de gegevens en de uitwisseling van gegevens bij verkiezingen die vallen onder de Nederlandse Kieswet. Het gaat daarbij om de uitwisseling van kandidaatgegevens en uitslaggegevens.  +
EPUB is een standaard voor het publiceren van content (electronic publication). Het is ontworpen voor reflowable content, waarbij de tekst van de boeken aangepast wordt aan beeldscherm en lettertypes van de gebruikte e-reader en aan de gewenste lettergrootte. EPUB-bestanden zijn zogenaamde containers, verzamelingen van bestanden in de vorm van een zip-archief, waarin bestanden van het type xml, html, svg en css kunnen vorkomen.  +
Hoe kunnen organisaties in het onderwijs (zoals scholen, de Dienst Uitvoering Onderwijs, uitgevers en de Onderwijsinspectie) op een eenduidige manier (vertrouwelijke) gegevens met elkaar uitwisselen? Hoe kunnen ze de identiteit van de partij die gegevens over leerlingen aanlevert, vaststellen? En wat als een andere partij namens een school gegevens aanlevert? Dergelijke vragen staan centraal bij de Edukoppeling Transactiestandaard. Deze standaard geeft richtlijnen waarmee onderwijsinstellingen, uitvoeringsorganisaties en andere ketenpartijen eenvoudiger nieuwe gegevensuitwisselingen kunnen opzetten. De standaard gaat over de communicatielaag voor de afhandeling van berichten en niet over de inhoud van berichten.  +
F
De digitale leeromgeving van de toekomst is flexibel en persoonlijk. De leeromgeving sluit aan bij behoefte en wensen van studenten en docenten, die los van tijd en locatie, snel en gemakkelijk toegang tot informatie en materialen willen hebben. Dit vraagt veel van de ICT-infrastructuur van instellingen, en stelt hoge eisen aan archivering, beveiliging en beheersbaarheid. Een digitale leeromgeving van de toekomst is een samenhangend geheel van diensten en applicaties die studenten en docenten ondersteunen bij het leerproces en het onderwijs. Dit vraagt ook om nieuwe architecturen waarbij integratie van deze losse onderdelen een grote uitdaging vormt, onder andere op het vlak van standaarden op het gebied van interoperabiliteit waarmee losse systemen samen kunnen functioneren. Bij het inzetten van een digitale leeromgeving komen veel systemen samen. Dit betekent derhalve dat er ook veel standaarden als relevant kunnen worden geacht voor de verschillende deelgebieden. Er zijn echter een beperkt aantal standaarden die als leidend principe gebruikt zouden moeten worden voor het ondersteunen van de flexibiliteit die de leeromgeving vereist. Hierbij moet vooral worden gedacht aan Open Onderwijs API, SAML, OAuth en OpenID Connect (De laatst genoemde moet worden opgenomen als relevante standaard.)  +
G
In Nederland (en ook daarbuiten) zijn veel organisaties betrokken bij het registreren en uitwisselen van informatie met een geografische component. Dat wil zeggen: informatie over objecten die gerelateerd zijn aan een locatie ten opzichte van het aardoppervlakte. Hierbinnen zijn verschillende domeinen te onderkennen, zoals kadastrale informatie en informatie over waterhuishouding. Om te waarborgen dat de geo-informatiehuishouding van deze domeinen goed op elkaar aansluit, en dat informatie tussen domeinen uitgewisseld kan worden, zijn afspraken nodig over de te gebruiken standaarden. De set Geo-standaarden voorziet hierin.  +
H
De HODEX-standaard gaat over het gestandaardiseerd uitwisselen van informatie over HBO- en WO-opleidingen, instellingen en evenementen (open dagen). De gegevensset omvat beschrijvende, organisatorische en administratieve gegevens. Het gestandaardiseerd uitwisselen van deze informatie zorgt ervoor dat alle betrokkenen de gegevens op dezelfde manier interpreteren en de aangeboden informatie altijd actueel en relevant is. Voor alle uitgevers en andere hergebruikers van deze informatie is er één allesomvattende bron beschikbaar.  +
HTML is de kerntaal voor het creëren van documenten en toepassingen op het web  +
HTTPS is een uitbreiding op het HTTP-protocol met als doel de veilige uitwisseling van gegevens tussen een (web)server en client. Bij gebruik van HTTPS worden de gegevens tussen een client en server versleuteld, waardoor de gegevens voor een derde -bijvoorbeeld een aanvaller die probeert de gegevens te onderscheppen- niet leesbaar zijn. De HSTS standaard zorgt ervoor dat een client -doorgaans een browser- weet dat een server met HTTPS bereikbaar is, en voor alle vervolgbezoeken een versleutelde verbinding gebruikt. Dit helpt voorkomen dat een derde -bijvoorbeeld een kwaadaardige WiFi hotspot- een browser kan omleiden naar een valse website. Daarom heeft het veel zin om HTTPS samen met HSTS te gebruiken.  +
I
De iCalendar specificatie legt een formaat vast voor het uitwisselen van kalender en planningsinformatie over het internet tussen systemen die deze informatie kunnen verwerken. In de standaard is vastgelegd welke informatie er uitgewisselde kan en moet worden, denk hierbij aan de data, tijdstippen, genodigden etc.  +
IEEE-standaard voor Learning Object Metadata. Vormt de basis voor het Nederlandse toepassingsprofiel [[NL LOM]]  +
Uitwisseling van 3D-bouwinformatiemodellen  +
The Accessible Portable Item Protocol (APIP) Standard provides assessment programs and question item developers with a data model for standardizing the interchange file format for digital test items. When applied properly, the APIP standard accomplishes two important goals. First, the standard allows digital Tests and Items to be ported across APIP compliant test item banks. Second, it provides a test delivery interface with all the information and resources required to make a Test and an Item accessible for students with a variety of disabilities and special needs. APIP is based on the IMS Question and Test Interoperability® (QTI®) specification. The APIP Standard expands the QTI model into a comprehensive framework that encompasses the requirements for creating accessible tests.  +
The Accessibility for LIP defines two new sub-schemas for the IMS Learning Information Package that define a means to specify accessibility preferences and learner accommodations. These preferences go beyond support for disabled people to include kinds of accessibility needs such as mobile computing, noisy environments, etc.  +
Access For All includes a standard way to describe a user's needs and preferences. These preferences are not meant to convey information such as medical history. Instead, they include information about how the user can interact best with a computer. The user's need for specific kinds of content, display features, or control mechanisms are recorded. This information can then be used to select or request appropriate adapted content, configure a visual display for easy reading, or locate resources that match the user's control requirements.  +
IMS Common Cartridge is een collectie van open standaarden voor het beschrijven, organiseren en uitwisselen van onderwijsmaterialen tussen leermaterialen en systemen. Leermaterialen worden in een standaard formaat gepubliceerd, zodat deze gebruikt kunnen worden in een learningmanagementsysteem die dit formaat ondersteunt. IMS Common Cartridge zorgt ook voor een nieuw model voor het publiceren van online materialen, namelijk op een gedistribueerde, modulaire en flexibele manier.  +
The Course Planning and Scheduling (CPS) specification is an application profile of Learning Information Services (LIS). CPS is the definition of how systems manage the exchange of information used for the planning and scheduling of courses, the optimal use of facilities within an institution and the corresponding timetables for people within the institution.  +
IMS Content Packaging specification describes data structures that can be used to exchange data between systems that wish to import, export, aggregate, and disaggregate packages of content. IMS content packages enable exporting content from one learning content management system or digital repository and importing it into another while retaining information describing the media in the content package and how it is structured, such as a table of contents or which web page to show first. The IMS Content Packaging Specification focuses on the packaging and transport of resources but doesn’t determine the nature of those resources. This is because the specification allows adopters to gather, structure, and aggregate content in an unlimited variety of formats.  +
The IMS Digital Repositories specification purpose is to provide recommendations for the interoperation of the most common repository functions. These recommendations should be implementable across services to enable them to present a common interface.  +
The IMS General Web Services specification promotes interoperability across web service based specification implementations on different software and vendor platforms.  +
Learner Information is a collection of information about a Learner (individual or group learners) or a Producer of learning content (creators, providers or vendors). The IMS Learner Information Package (IMS LIP) specification addresses the interoperability of internet-based Learner Information systems with other systems that support the Internet learning environment. The intent of the specification is to define a set of packages that can be used to import data into and extract data from an IMS compliant Learner Information server. A Learner Information server may exchange data with Learner Delivery systems or with other Learner Information servers. It is the responsibility of the Learner Information server to allow the owner of the learner information to define what part of the learner information can be shared with other systems. The core structures of the IMS LIP are based upon: accessibilities; activities; affiliations; competencies; goals; identifications; interests; qualifications, certifications and licences; relationship; security keys; and transcripts.  +
Om digitale leerlinggegevens en leerresultaten goed uit te kunnen wisselen is het noodzakelijk om afspraken te maken over welke informatie precies wordt uitgewisseld en hoe. Eén van de internationale standaarden hiervoor is LIS (Learning Information Services). Dit is een zeer uitgebreide en complexe standaard voor de uitwisseling van leerlinggegevens, groepsgegevens, cursusgegevens en leerresultaten. LIS beschrijft zowel de data (het datamodel) als de manier van overdracht. De [[OneRoster]]-standaard is een subset van de LIS-standaard, die zich concentreert op rooster- en cijferinformatie.  +
IMS LTI kan gebruikt worden als een eenvoudig te implementeren koppeling tussen onderwijssystemen en kan een alternatief zijn voor het gebruik van IMS QTI. Echter, het verzorgt slechts de koppeling en biedt geen ondersteuning voor het daadwerkelijk exporteren en uitwisselen van de toetsitems en toetsen zoals dat met IMS QTI kan. Ook is de uitwisseling van de toetsresultaten tussen toetssystemen en de leeromgeving in de meeste gevallen nog zeer beperkt. De basisversie van IMS LTI biedt er geen ondersteuning voor en in andere gevallen blijft het beperkt tot alleen het cijfer/resultaat van de toets.  +
The IMS Learning Design specification supports the use of a wide range of pedagogies in online learning. Rather than attempting to capture the specifics of many pedagogies, it does this by providing a generic and flexible language. This language is designed to enable many different pedagogies to be expressed. The approach has the advantage over alternatives in that only one set of learning design and runtime tools then need to be implemented in order to support the desired wide range of pedagogies. The language was originally developed at the Open University of the Netherlands (OUNL), after extensive examination and comparison of a wide range of pedagogical approaches and their associated learning activities, and several iterations of the developing language to obtain a good balance between generality and pedagogic expressiveness.  +